Geschiedenis van Sevilla

Het belang van Sevilla

Het belang van Sevilla sinds de stichting was de ligging aan de rivier als haven. Gesticht door de Iberiers en veroverd door Grieken, Fenisiers en Carthagers, werd het in 205 v.C. na lang beleg veroverd door de Romeinen. Na onderlinge ruzies tussen de diverse bevolkingsgroepen nam Julius Ceasar in 42 v.C de stad in en ommuurde haar.

Tot de 5e eeuw n.C. ging alles goed tot de Vandalen kwamen, opgevolgd door de Visigoten. In 712 verschenen de Moren en werd de tad onderdeel van het kalifaat Cordoba. In 1031 werd Sevilla een zelfstandig Moors taifa-koningrijk tot 1248, toen de Katholieke Koningen in het kader van de Reconquista(herovering)de stad innamen, het Alcazar verbouwden en er gingen wonen.

De ontdekking van Amerika in 1492 had verstrekkende gevolgen voor de stad die het monopolie had op de handel met de Nieuwe Wereld. In 1519 vertrok Magalhaes uit Sevilla en zeilde als eerste rond de wereld. Sevilla werd een stad van rijke handelaars en bankiers. In de loop van de 16e eeuw verdubbelde de bevolking tot 200.000 inwoners. Na de 16e eeuw nam het belang van Sevilla af door het afnemen van de handel met Amerika omdat er veel landen zelfstandig werden. Veel veranderingen in de stad werden ook teweeggebracht door de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling en 1929 en de Wereldtentoonstelling in 1992.